maandag 27 juni 2016

dag 8 ■ naar het middelpunt van de aarde ? ©

8   Woensdag 8 juni 2016 - Van Sauðárkrókur naar Lýsuhóll


Vandaag gaan we richting Snæfellsnes National Park. Oorspronkelijk zouden we in Gauksmýri (gelegen op het noordelijke puntje Vatnsnes) overnachten, maar daar was geen plaats in verband met een of ander evenement voor kinderen en paarden.

Na het ontbijt in Guesthouse Mikligarður vertrekken we klokslag 08:00 uur. Op deze reis overnachten we telkens op een ander adres en dat betekent elke ochtend weer je bagage in orde hebben om op tijd in de minibus te kunnen stappen.
Onderweg is er natuurlijk weer van alles te zien, zoals in het plaatsje Blönduós gelegen aan de Húnaflói (letterlijk: baai van jonge ijsberen) waar een kerk met een opvallende architectuur is gebouwd, met een duidelijke overeenkomst met een vulkanische krater. Tijdens onze reis zien we meer van dit soort bijzondere kerkgebouwen.









In de bus hebben we steeds wisselende plaatsen. Vandaag zit ik naast Cathy Smith. Zij komt uit Australië, uit Berowra, een stad in New South Wales, zo'n 40 km ten noorden van Sydney. Ze is (ook) alleen op reis vanwege de gezondheid van haar man. Zij hebben (ook) vier kinderen, drie jongens en een meisje. We hebben een aangenaam gesprek over onze families en aan het eind van de rit nodigt zij mij uit - als we in 2018 toch naar Australië zouden gaan - een paar dagen bij hen te logeren. Ze zou ons dan komen ophalen van het vliegveld en ons rondleiden in Sydney. Ook van andere Aussies krijg ik dergelijke uitnodigingen. Leuk.


We kijken samen op mijn gedetailleerde kaart van IJsland naar de route die we nu volgen en zij neemt de route op haar kaart over. Met al die vreemde namen is het best lastig om precies te zien waar we rijden. Ik vraag het daarom regelmatig na bij onze chauffeur/reisleidster, die mij steeds heel gewillig uitlegt bij welke plaats of bij welk gebied we zijn.





Bij een koffiestop bij  een pompstation, route 68 en dan zie ik een leuk puffin-bordje. Ik koop hem onmiddellijk voor Simon die ook gek is op deze mooie vogel.


Wij zijn nu in het gebied van de Hrútafjörður, een van de langste (36km) fjorden van IJsland met een breedte van 6 à 7 km.





En verder gaat onze reis. We rijden nu steeds heel dicht langs de kust en we genieten dan ook met volle teugen van de fantastische uitzichten. De weg ligt een stuk hoger dan de zeespiegel en de kustlijn is erg grillig. Je ziet dan ook steeds de zee vanuit een ander perspectief.


Zo rond het middaguur komen we aan in Stykkishólmshöfn, een aardige havenplaats. Tijdens deze (en andere) ritten in de bus vertelt Dora, onze reisleidster, allerlei sagen die dan vaak over de gebieden waar we doorheenrijden zijn geschreven. Opvallend is dat het thema vaak moord, doodslag of echtscheiding is. Onderweg wijst Dora dan ook nog eens het huis aan waarin de betreffende schrijver gewoond heeft.   




Omdat we een hele tijd over gravel roads hebben gereden ziet de bus er niet uit en kunnen we nauwelijks nog door onze raampjes kijken. Maar deze stop gebruikt Dora ook om de bus te wassen.
Deze haven was ooit beroemd om zijn haringvangst, maar door een nog onbekend oorzaak kwam er opeens geen haring meer in deze baai en liep het dorp ook leeg.


Maar er kwam een initiatief van een rijke IJslander die ervoor heeft gezorgd dat dit dorpje toch weer werd bewoond. Wij slenteren intussen langs haven en worden weer opgepikt door de bus. Kort nadat we uit dit dorpje zijn vertrokken kunnen we weer een mooi vorm gegeven kerkje bewonderen. Zo zien we ze toch niet in Nederland, bovendien zijn dit bijna allemaal kerken die in de laatste twee decennia gebouwd zijn terwijl in Nederland de kerken worden gesloten. Opmerkelijk.









Boven en hier links zijn nog enkele foto's die ik maakte tijdens onze wandeling naar de bus.


De huizen zijn veelal van hout en je ziet ze in allerlei kleuren.
De heuvels zijn hier heel groen en er zijn onderweg dan ook weer heel veel kleine lammetjes te zien.






En verder gaat onze tocht. De eerstvolgende stopplaats is bij Kirkjufellsfoss. Zie onderstaande panoramefoto. Ook hier wordt weer een sage verteld waarin een moeder haar twee zonen moet missen nadat ze tijdens het vissen verdronken zijn in de waterval, waarna ze een voorspelling doet dat er nooit meer vis gevangen zal worden en dat er niemand meer zal verdrinken in deze rivier. De waterval wordt nu gebruikt voor het opwekken van elektriciteit.



Rond 15:30 uur bereiken we dan Djúpalónssandur, een baai met een prachtig strand. Ooit was hier een vissersdorp met wel 60 vissersboten. Hier zijn dan ook de zgn 'lifting stones". De bemanningsleden werden op het strand getest om te kijken hoe sterk ze waren, zodat kon worden bepaald welke taak hij aan boord kon hebben. Als een visser de Hálfdrættingur" (54 kg) niet kon optillen mocht hij niet aan boord.




Op het strand liggen de resten van een Engelse trawler, The Empire GY7 die in 1948 schipbreuk leed. De zee is hier erg ruig en het laten liggen van de gestrande boot dient als afschrikking. Je mag de ijzeren onderdelen niet aanraken, zegt men.






Hieronder nog een paar foto's van dit ruige gebied.



 Maar lang kunnen we hier helaas niet blijven en ik word alweer geroepen om terug te komen.
 
Op de foto is Paula Bownik te zien. Zij woont in de Verenigde Staten, in Cedar, 50 km van Minneapolis, in de staat Minnesota.

Op de foto hieronder zie je hoe onherbergzaam dit gebied is en zo is eigenlijk het hele land.
Tijdens deze reis zie we allerlei vormen van lava. Hieruit kun je dan o.m. afleiden hoe de lava uit het binnenste van de aarde is gekomen, of er hindernissen onderweg waren en wanneer er afkoeling plaatsvond.












Ondertussen overleg ik met Dora, onze reisleidster en Cathy over een boeking komende vrijdagochtend voor een Puffin-tour vanuit Reykjavik. Dora regelt al dit soort dingen. Er is al een mogelijkheid om 09:30 uur.

Onze route gaat helemaal langs de kust van het schiereiland Snæfellsnes, in het uiterste westen. Hier zijn mooie uitzichten en we stoppen dan ook vaak om daarvan te genieten.



Op dit kaartje kun je dat zien. In dit uiterst westelijk gelegen park ligt de  Snæfellsjökull, een 1446 meter hoge IJslandse stratovulkaan Snæfell die bedekt is met een gletsjer.
In de roman van Jules Verne (zie titel van deze pagina) speelt deze gletsjer een belangrijke rol. Dit uiterst westelijk gelegen gebied biedt veel ruige natuur en er is ook een rijk vogelleven.

Op weg naar het strand van Arnarstapi lopen we langs het beeldhouwwerk van Ragnar Kjartansson. En ja, ook hier is weer sprake van een sage, die van Bardur Snaefellsas, een ingewikkeld verhaal met trollen en reuzen, ontrouwe echtgenoten, overboord geslagen mensen en moordpartijen.



Hier zie je deze reus met op de achtergrond de majestueuze Snæfellsjökull.
Arnarstapi was een belangrijke handelspost in het verleden en had toen veel meer inwoners dan nu. Lopend langs deze sculptuur in de richting van het strand zien we kolommen van basalt, diepe kloven en grotten. Natuurlijk zijn er ook weer prachtige lava-formaties





Bij Hellissandur staat een lange golf radiomast van 412 meter hoog. Het onderhoud wordt jaarlijks door vrijwilligers gedaan. Het is het hoogste bouwwerk van West-Europa.













Op weg naar het strand komen we ook nog langs een mooi klein kerkje. Het is landelijk bekend omdat er veel huwelijken worden voltrokken.



Tegen de avond bereiken we dan het plaatsje van onze volgende overnachting. De verwachtingen zijn hooggespannen want direct na aankomst gaan we een uurtje paardrijden.




Als we aankomen rijden zien we al een groot aantal paarden in het veld staan. Deze ranch heeft er zo'n 130. Een 8-tal paarden wordt opgezadeld en een half uur na aankomst zitten we al "on horseback" op weg naar het nabijgelegen strand.

Dit is Carli Evans. Zij komt uit Nieuw-Zeeland, Dunedin op het Zuidereiland. Tijdens de reis heb ik verteld van onze reis in 2003, dat we het een fantastisch mooi land vinden en natuurlijk ook  dat ik in Queenstown een sky-dive heb gedaan.
Zij is de enige uit Nieuw-Zeeland net als ik de enige uit Nederland ben. Zij is de jongste in het gezelschap (33), daarna komt Stuart Eleveld die op deze vakantie 38 jaar werd.
Hij woont in het zuiden van Australië, in Andrews Farm, zo'n 30 km van Adelaide. Hij is korporaal bij de Air Force op Tasmanië. Tijdens deze vakantie deel ik een kamer met hem.








Het was een geweldige tocht, dwars door de velden en daarna langs het strand waar de paarden de golven die op het strand sloegen behendig wisten te ontwijken door snel zijwaarts te stappen. Daar moest je wel even op bedacht zijn. Op de terugweg hebben we ook nog even gegaloppeerd. Cathy is helaas van haar paard gevallen, maar gelukkig is ze niet geblesseerd.


Het IJslandse paard is een bijzonder soort en wordt beschermd in die zin dat het verboden is om paarden te importeren; het ras blijft dan zuiver. Als een IJslands paard in het buitenland is geweest kan het niet meer terugkomen in het land. Ziektes en vermenging van het ras worden hiermee voorkomen. Deze paarden doen dus wel mee aan shows maar niet aan internationale wedstrijden of shows met de toppaarden!

Rond 20:00 uur wacht ons dan een heerlijke maaltijd, bereid door de eigenaresse van de ranch. We mogen niet eerder beginnen dan nadat zij haar gerechten bij ons heeft geïntroduceerd.



Aan tafel hebben we natuurlijk de nodige spannende verhalen van de ruiters en blikken we terug op weer een prachtige dag met veel verrassingen.





We zijn nu op Snæfellsness, het grote schiereiland in het westen van IJsland en we overnachten in Guesthouse Lýsuhóll  en dat is ook het enige huis in de wijde omgeving. Het plaatsje heet ook Lýsuhóll.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten