maandag 27 juni 2016

dag 5 ■ vissersdorpjes en fjorden ©

5   Zondag 5 juni 2016 - Van Höfn naar Fjalladýrð


Vandaag hebben we veel kilometers voor de boeg. Ruim 400 ! We beginnen daarom vroeg aan ons ontbijt.
 
De route gaat langs de kust verder oostwaarts. Spectaculaire uitzichten van hoge bergen met diepe fjorden, maar ook zijn er weer gletsjers en lieflijke dorpjes te zien, zoals Höfn en helemaal in het oosten Egilsstaðir, met veel houten huisjes.
Vanuit het oosten gaan we het binnenland in, naar Möðrudalur, het hoogst bewoonde dorpje (469m) van IJsland waar vaak het hele jaar door sneeuw ligt.
Mijn bagage staat als eerste gereed om ingeladen te worden. Tijdens deze vakantie is dat elke dag nodig omdat we telkens maar één nacht ergens slapen.

Het is vandaag de eerste zondag in juni en dan gedenken de IJslanders Fishermen's day. De visserij is heel erg belangrijk voor de IJslanders en ze vieren dat uitbundig met muziek, dans en andere culturele evenementen. De visserboten blijven dan in de haven zodat de vissers deze dag met hun familie dit feest kunnen vieren. Eten en drinken is dan voor iedereen gratis en onbeperkt. Sinds de 20e eeuw zijn er speciale missen in kerken opgedragen aan de vissers voordat ze na de winterperiode de zee weer op gingen. Het is nu een nationale vrije dag voor iedereen. Onderweg merken we er niet zoveel van, eerlijk gezegd.

Ben benieuwd hoe deze dag gaat verlopen. Tot nu toe heb ik het erg naar mijn zin. Mijn medereizigers uit Australië, Nieuw Zeeland, Amerika zijn wel erg luidruchtig soms, zoals gisteren in het restaurant van het Guesthouse. Een Nederlands echtpaar klaagde er over, terecht. Maar sommige mensen uit mijn gezelschap hebben gewoon veel schik en lachen om elkaars grappen.

We hebben een eerste stop in Höfn.


We merken in dit havenplaatsje niets van een nationale feestdag. We lopen even langs de kade, maar heel erg interessant is het niet.


Vanuit Höfn kun je met een bus naar de Skálafellsjökull, een gletsjertong van de Vatnajökull, de grootste gletsjer van Europa.


Op dit kaartje zie je de gele weg en dat is eigenlijk de belangrijkste rondweg langs de kust van IJsland. Het is een goed geasfalteerde weg. De wegen naar het binnenland zijn vaak 'gravelroads', ook goed begaanbaar maar daar moet je je snelheid wel aanpassen.

Het weer is vandaag niet zo helder als de dagen hiervoor.



Op onze tocht hebben we lange tijd uitzicht op de eerder genoemde Vatnajökull. Hier links goed in beeld.
Het is IJslands grootste gletsjer en de op één na grootste van Europa en heeft een oppervlakte van ongeveer 8100 km² en bedekt hierdoor 8% van het areaal van IJsland met een ijskap die tot 1000 meter dik is. Naast de gletsjer ligt IJslands hoogste vulkaan (2.100m), maar ónder de gletsjer is er nog een aantal heel actieve vulkanen.


Op de foto hiernaast krijg je een idee hoe die kustweg er uit ziet. Als je hem even vergroot bekijkt zie je linksboven de weg lopen. Dit soort uitzichten hebben we een groot deel van de dag. Prachtig.

Rond 11:30 uur begint het lekker op te klaren en schijnt de zon daarna volop.






Het ijs van de Vatnajökull was ten tijde van de Vikingen veel minder dan nu. In de afgelopen tien jaar is de ijsmassa weliswaar dunner geworden, maar de mogelijkheid bestaat dat deze ijsmassa geregeld krimpt en weer uitzet. 

Er lopen diverse wegen door het binnenland van IJsland en een aantal gaat door het nationale park. De meeste wegen zijn F-wegen en dus alleen met speciaal vervoer (4x4) begaanbaar. Veel van deze wegen zijn alleen in de zomermaanden (meestal tussen juni en september) open.

 












Maar tijdens onze reis hebben we ook een paar keer moeten afwijken van de geplande route omdat de weg nog niet begaanbaar was.

Wij zijn nu in het gebied van de Hamarsfjördur, een prachtig fjord. Hier in de buurt gaan we ook lunchen.
 
De vlag van IJsland is hemelsblauw met een sneeuwwit kruis en een vuurrood kruis binnen dat witte kruis. Er zijn twee versies van de IJslandse vlag: een civiele en een staatsvlag. De civiele vlag toont het bekende rechthoekige ontwerp; de staatsvlag heeft net als bijvoorbeeld de Noorse en Deense staats- en oorlogsvlaggen een zwaluwstaart. Blauw herinnert aan de zee, wit aan het ijs en de sneeuw en de IJslandse geisers.





De vlag is gebaseerd op de vlag van Denemarken en heeft de omgekeerde kleurstelling van de vlag van Noorwegen, een land waarmee IJsland van oudsher een sterke band heeft.


















 
Dit is het plaatsje Djúpivogur (diepe baai). Er zijn 348 inwoners die voornamelijk van de visserij en het toerisme leven. Op het kaartje zie hoeveel fjorden er aan deze kant van IJsland zijn.

We stijgen en stijgen als we dieper het land in gaan. We gaan dan ook naar hoger gelegen delen en rijden langs hellingen bedekt met sneeuw. En natuurlijk maken we een stop om ons even op te frissen.


Rond het middaguur, na de lunch en vlakbij voornoemd dorpje ligt deze mooie, kleine waterval. En ook hier is het allemaal puur natuur. Geen plastic, geen papiertje, geen restafval, geen peuk ..... nou ja, Dora ziet iemand van een ander reisgezelschap er eentje op de grond gooien. Ze spreekt hem over zijn gedrag aan en de man raapt onverwijld zijn peuk op en steekt hem in zijn zak !
 
Vanwege de lange rit vandaag wisselen we in de middag van plaatsen in de bus. Als je vooraan zit heb je wel een prachtig uitzicht. Steeds weer een andere reisgenoot naast je betekent ook een nieuw gesprek, nieuwe inzichten, nieuwe woorden leren kennen. Met de Aussies, zoals ze zich noemen, raak ik steeds meer vertrouwd.
Wij rijden nog steeds dicht langs de kust, kronkelend langs de vele fjorden. We komen zo langzamerhand in de buurt van onze volgende verblijfplaats, maar eerst gaan we nog even een beetje sneeuw opsnuiven.


 





















Het is 3 uur in de middag en het is nog steeds fantastisch weer. We boffen enorm wat dat betreft.
In Egilsstaðir aangekomen kunnen we even onze benen strekken. We gaan even tanken maar dan gaan we weer snel op weg want we moeten nog even een flink stuk (110km) rijden van Egilsstaðir naar Möðrudalur, maar dan zijn we ook op een heel mooi plekje: Fjalladyrd, de naam van onze nieuwe accomodatie, een soort boerderij.



Als je wilt weten hoe je de naam van dit plaatsje Möðrudalur uitspreekt, klik er dan op en verbaas je. Vanuit deze boeren- nederzetting zijn er veel mogelijkheden voor wandelingen, bijvoorbeeld naar de Koningin van de IJslandse bergen, de Herðubreið, 'breed geschouderde'. Zij is een 1682m hoge tafelberg en ligt midden in een lavaveld.
Helaas .... we komen hier pas om 18:00 uur aan en hoewel je omdat het niet donker wordt tot heel laat in de avond zou kunnen wandelen, komt dat er niet van na zo'n lange dag reizen. En er moet ook nog gegeten worden. Dîner is om 19:00 uur. Wel is er tijd om hier wat rond te lopen en wat foto's te maken. Het is hier heel stil en verlaten. Alleen het geluid van de vogels die rondom de boerderij vliegen is te horen. Het is me niet gelukt om de in snelle duikvlucht langs me heenscherende vogels goed te zien. Ze maken een heel bijzonder geluid.

Welkom in de Highlands van Möðrudalur. Deze nederzetting is de hoogst bewoonde plaats in IJsland (469 m boven zeeniveau). Er is een guesthouse, een kleine winkel en een restaurant. Zo liggen op een tafel in het restaurant mooie truien, mutsen en handschoenen. Tussen het voor- en hoofdgerecht snuffel ik even in het aanbod en zie een mooie handgebreide trui en die koop ik voor Richarda.
Een heerlijk diner voor ISK 6.820 (€49). Er wordt vanavond aan tafel  veel gepraat en gelachen. Het is dan ook erg gezellig.
De kerk is gebouwd in 1949 door Jón A. Stefánsson. Op zijn grafsteen achter het piepkleine kerkje staat geboren 1931 en overleden 1933. Mysterieus. Ik vraag het even via email aan de mensen daar. Ben benieuwd of ik antwoord krijg. En ja hoor, een dagje later:









The child in the graveyard was his grandchild. Jon A Stefansson is the  grandgrand father of my husband (Vilhjálmur Vernharðsson). For centuries, a church stood in Mödrudalur whose parish included three farms in the upper Jökuldalur valley despite the distance. The present church , dedicated in 1949, was built by the farmer Jón Stefánsson (1880-1971) himself, in memory of his wife, Þórunn Vilhjálmsdóttir (1874-1944). He also painted the altar piece himself - the Sermon on the Mount. Jón Stefansson was ,,one of a kind"; warm hearted and welcoming person. He specially liked to invite people to the church and sang and played with all his heart. He left his good spirit to Mödrudalur and this beautyful church. His son Stefán Jónsson (1908-1994) a uniqe character as well, also liked to paint and became famous for his paintings in Iceland. He often used the view of Herðubreið mountain as a naive motif. Jon was a musicant as well as a painter and allaround artist and a good farmer. You can see a lot of his art and his son´s art at the internet if you look for: Jón A. Stefánsson Möðrudal á Fjöllum.



We hebben een prachtig uitzicht op "The Queen of Icelandic Mountains", zoals deze berg in de volksmond heet. Hij is 1692m hoog.

In dit zeer verlaten deel van de highlands van IJsland, zijn de woorden van W.H. Auden (anglo-amerikaans dichter) zeer toepasselijk: "Er zijn hier geen bomen, geen treinen, geen architectuur, fruit en groente voor de gezondheid moet men missen en het gebrek aan welvaart beperkt de cultuur .....".
[uit: Brieven uit IJsland (1936)]


Guesthouse Fjalladyrd, 701 Egilsstadir 3544711858 fjalladyrd@fjalladyrd.is











Op dit kaartje kun je zien dat we al een aardig deel van IJsland hebben gezien. We zijn dan ook al op de helft van onze reis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten